Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de jeugdzorg

 

Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a
Onze Ministers: Onze Minister voor Jeugd en Gezin en Onze Minister van Justitie tezamen;
b
jeugdige: een in Nederland verblijvende persoon die:
1
de meerderjarigheidsleeftijd nog niet heeft bereikt,
2
de meerderjarigheidsleeftijd heeft bereikt en ten aanzien van wie op grond van artikel 77c van het Wetboek van Strafrecht recht is gedaan overeenkomstig de artikelen 77g tot en met 77gg van het Wetboek van Strafrecht, of
3
de meerderjarigheidsleeftijd doch niet de leeftijd van drieëntwintig jaren heeft bereikt, en voor wie voortzetting van jeugdzorg, die was aangevangen of waarvan de aanvraag, bedoeld in artikel 7, eerste lid, was ingediend vóór het bereiken van de meerderjarigheidsleeftijd, noodzakelijk is of voor wie, na beëindiging van jeugdzorg die was aangevangen vóór het bereiken van de meerderjarigheidsleeftijd, binnen een termijn van een half jaar hervatting van jeugdzorg noodzakelijk is;
c
jeugdzorg: ondersteuning van en hulp aan jeugdigen, hun ouders, stiefouders of anderen, die een jeugdige als behorende tot hun gezin verzorgen en opvoeden, bij opgroei- of opvoedingsproblemen of dreigende zodanige problemen;
d
cliënt: een jeugdige, zijn ouders of stiefouder of anderen die de jeugdige als behorend tot hun gezin verzorgen en opvoeden;
e
bureau jeugdzorg: een bureau als bedoeld in artikel 4;
f
stichting: een stichting die een bureau jeugdzorg in stand houdt;
g
zorgaanbieder: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die jeugdzorg verleent, waarop ingevolge deze wet aanspraak bestaat;
h
aanbieder van zorg: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon, die andere zorg verleent dan die, waarop ingevolge deze wet aanspraak bestaat;
i
zorgeenheid: een organisatie-eenheid, waarbinnen een zorgaanbieder een afgebakend geheel aan jeugdzorg verleent;
j
machtiging: een machtiging als bedoeld in artikel 29b, eerste lid;
k
hulpverleningsplan: het plan, bedoeld in artikel 24, tweede lid;
l
accommodatie: een accommodatie als bedoeld in artikel 29k, eerste lid;
m
steunfunctie: een aanbod van ondersteunende werkzaamheden ten behoeve van de stichting en van jeugdzorg waarop ingevolge deze wet aanspraak bestaat;
n
experiment: het ontwikkelen en in de praktijk beproeven van nieuwe en het verbeteren van bestaande methoden, werkvormen of hulpmiddelen ten behoeve van het functioneren van bureaus jeugdzorg en van jeugdzorg waarop ingevolge deze wet aanspraak bestaat;
o
inspectie: de inspectie, bedoeld in artikel 47;
p
kindermishandeling: elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel;
q
provinciaal beleidskader: het provinciale beleidskader jeugdzorg, bedoeld in artikel 31, eerste lid;
r
uitvoeringsprogramma: het provinciale programma, bedoeld in artikel 32, eerste lid;
s
landelijk beleidskader: het landelijke beleidskader jeugdzorg, bedoeld in artikel 34, eerste lid;
t
voortgangsrapportage: de voortgangsrapportage jeugdzorg, bedoeld in artikel 36, eerste lid;
u
zorgverzekeraar: een zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
v
ouderbijdrage: de bijdrage, bedoeld in artikel 69;
w
eigen bijdrage: de bijdrage, bedoeld in artikel 70;
x
pleegouder: degene die in het kader van jeugdzorg een jeugdige die niet zijn kind of stiefkind is, als behorende tot zijn gezin verzorgt en opvoedt;
y
verwerken van persoonsgegevens: verwerking van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet bescherming persoonsgegevens;
z
vertrouwenspersoon: een persoon werkzaam bij een rechtspersoon als bedoeld in artikel 41, vierde lid, die, onafhankelijk van het bestuur en van personen in dienst van de stichting of de zorgaanbieder, cliënten van het door de stichting in stand gehouden bureau jeugdzorg of van de zorgaanbieder op hun verzoek ondersteunt in aangelegenheden samenhangend met de door de stichting uitgeoefende taken onderscheidenlijk aangelegenheden samenhangend met de geboden jeugdzorg;
aa
Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen: het bureau, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •